NDR


Hoofdmenu
Archief:

Home

Nieuws

Organisatie

Bibliotheek

Fototheek

Videotheek

Museum

Geschiedenis >

Herinneringen van de
journalist Henri van Voorn


Boven: Henri van Voorn met een van zijn oude plakboeken.
Kop boven het artikel op de linker bladzijde:
"Ovatie voor Ylbode B en Klaas Woudstra"

Henri van Voorn 40 jaar tussen de dravers


Onderstaande artikel is met toestemming overgenomen
uit de Kerstspecial 2014 van het weekblad Draf&Rensport
Auteur: Douwe Frerichs
Foto's: Douwe Frerichs (2 thuis) en Wim Huybers (de rest)

Titel: Van treinbrief tot en met mailtje

Wie de beelden er bij de twee stukjes TOEN en NU hieronder bij fantaseert, zal vermoedelijk zeggen dat er fors is ingeleverd op romantiek, charme en sfeer. Dat geldt niet alleen voor de verslaggevers. De hele sport heeft kleurrijke figuren en mooie anekdotes verloren. Ook dat heeft Henri van Voorn in vier decennia van nabij meegemaakt. Hij beschreef het als verslaggever, maar maakte voor Radio Noord en de Ziekenomroep talloze verslagen van paardenraces, voetbalmatches en wielerkoersen. Ook daar zijn de verhalen over de ouderwetse communicatie talrijk.


Boven: Het aanleveren van artikelen: TOEN (in 1974) en NU (in 2014).

Café Bolhuis
Café Bolhuis, gelegen aan de Paterswoldeweg op slechts een steenworp afstand van het Stadspark, is de locatie die vaak voorbijkomt tijdens een gesprek met Henri van Voorn. We zijn op bezoek vanwege het feit dat Henri het afgelopen jaar 40 jaar actief is als verslaggever. Niet alleen binnen het schrijvende gilde van de draf- en rensport, maar Henri trok er ook jarenlang op uit voor Radio Noord. Dat Henri en de dravers elkaar zouden treffen lag vrijwel vast omdat hij boven het Café Bolhuis het levenslicht zag. Het Café werd uitgebaat door zijn opa Gerrit van Voorn en vervolgens zijn oom Gerhardus. Henri's vader was vertegenwoordiger bij distilleerderij Hartevelt waardoor hij de drank aan het café leverde. Henri en zijn broers zagen vanaf jonge leeftijd de bezoekers van het echte paardesportcafé. Er werd gedronken, gegokt, gedronken, gevloekt en gelachen.
Henri: "Er waren altijd wel bookmakers in het café. Mannen met bijnamen als Jopie Heineken, Haagse Cor en Jan Amerikaan. Die hadden op koersdagen contact met het Hof van Holland aan het Rembrandtsplein in Amsterdam en het nabij de Hilversumse baan gelegen Palais des Sports. In die periode werd best weleens gesjoemeld. Ik maakte het van dichtbij mee. Met opa en vader werd geen koersdag overgeslagen. Ik was erbij toen Quicksilver S in 1963 in Groningen de Grote Prijs van Nederland won. Mijn broer en ik knipten alles uit en plakten dat in boeken. En als er geen koers was keken we naar handbal of voetbal. We gingen altijd maar een week in de zomer op vakantie omdat mijn vader zijn klanten van jenever moest voorzien. Ik kan me nog herinneren dat we met een Opel een week naar een huisje in Epe gingen. Precies in het weekend van de Sweepstakes. Ik vond het verschikkelijk. Pas op maandag konden we in het Algemeen Dagblad lezen dat Henri Buitenzorg en Hazel Buitenzorg hadden gewonnen. De laatste was nota bene van Klaas Woudstra, in die tijd de toonaangevende trainer in Groningen en mijn grote held. Het is nog altijd de enige editie die ik heb gemist."

Quickie

Boven: Quicksilver S (links) wint de GP van Nederland in 1963
op de grasbaan van Groningen. Jour de Java wordt tweede.
En Henri van Voorn was hierbij.

Bij de radio
Van Voorn loopt naar de kast en pakt zijn eerste plakboek, met in lagere schoolhandschrift de van commentaar voorziene krantenknipsels. Daarin ook zijn allereerste verslag voor 'het boekje'. "Ik had vanaf mijn achttiende al aan een krantje meegewerkt van de vereniging de Noordelijke Drafsport. Mijn eerste interview was met de toen net voor zichzelf begonnen Arnold Mollema. In Groningen was onvrede over de stukken van Chris Verweij (pseudo: Boreas, DF) die ruzie had met het bestuur en negatief schreef. Die wilden ze hier niet meer zien. Toen belde ineens de toenmalige hoofdredacteur Aad van Leeuwen of ik een verslag wilde maken. Ik was er heel nerveus over. Journalistieke ervaring had ik nauwelijks, ik was net begonnen als assistent accountant. Wel had ik al een typecursus genoten en kort daarna mijn eerste schrijfmachine aangeschaft." In 1986 kreeg Henri ook een baantje bij Radio Noord. "Ik kon direct op pad voor een wielerwedstrijd. Henk Kok was er de chef-radio. Dat was geen gemakkelijke man. Ik vroeg of ik nog moest oefenen, maar daar wilde hij niks van weten. "Je kunt het of je kunt het niet, dat weten we dan gelijk." Mijn eerste verslag was kennelijk goed, want ik mocht vaker op pad. Ik kon het wel vinden met Kok. Dan reden we met een radiowagen met uitschuifbare mast door de provincie. Dan kreeg je soms de antenne niet meer omlaag. Stond je weer een uur te tobben. Je werd van dat werk vanzelf wat brutaler. Ik kreeg als een van de eersten een mobiele telefoon mee, zo'n loodzwaar blok met een enorme accu. Maar die dingen liepen snel leeg en dan moest je bij boerderijen aanbellen om stroom te vragen. Op het ene adres kreeg je koffie, bij een ander werd je weggestuurd met de reden `doar luustr'n wie nait noar.' Of dan stond je weer ergens in Eenrum zonder bereik. Dan word je creatief. Omdat in die periode niemand kon contolreren of het live was, kopieerde ik een trucje van Theo Koomen, die smokkelde ook weleens een minuutje om dan een gloedvol verslag van de finish te geven. De luisteraars waren dan vol ontzag van de kennis en scherpe blik van de reporter. Ik kwam een keer iets te laat live in de uitzending. Het peloton was net gepasseerd, maar er was een renner het kanaal ingereden. De mensen aan de radio hoorden even later mij zeggen dat "een renner die bocht wel wat ruim nam en zo de plomp in reed." Ik kreeg achteraf veel complimenten. Ze vonden het prachtig dat ik precies op de juiste plek had gestaan!"

Toen hij ooit in de finish van een etappe van de Ronde van Nederland tijdens een massasprint er maar op gokte dat Robbie McEwen en Jeroen Blijlevens waarschijnlijk voor de zege zouden sprintten en ook de winnaar van dat duel meldde was, kon Henri als commentator helemaal niet meer stuk.
Het eerste koersverslag werd de G.Heikens-prijs. "Ad Suykerbuyk won met Uplicate Ashton. Bij de Sweepstakes was er een keer een valse start. Ik gaf terug aan de studio, maar na de geldige start was de technicus van dienst niet te bereiken. Toen de paarden al in de laatste bocht waren, vroeg hij doodleuk hoe het was in het Stadspark. In die tijd ging ik dan door het lint, maar tegenwoordig relativeer ik dat soort dingen."
In Wolvega kwam hij nooit voor de omroep. "Dat was het gebied van Radio Fryslan, dus daar zagen ze ons niet." De rivaliteit op sportgebied tussen de twee provincies dreunde vooral door in het voetbal. Groningen mag van Heerenveen nooit verliezen.

Boven: Henri van Voorn in actie als reporter voor Radio Noord
bij een toespraak door NDR-directeur P.B. van Binsbergen.

Edo Stukje
In Café Bolhuis lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Het biljart en de tafels met Perzische kleedjes staan al sinds de oorlog op dezelfde plaats. Ook nadat de befaamde Cafébaas Edo Stukje - vorig jaar overleden - de nieuwe eigenaar werd. In het café hing bij het biljart altijd een fraai schilderij van een koers op de oude grasbaan van Groningen. Het werk hangt tegenwoordig prominent bij Henri en Greetje in de gang. "Ik kreeg van Edo de tip dat het schilderij te koop was. Het was vroeger van mijn opa, maar is na zijn overlijden uit beeld geraakt. Naar verluidt heeft een familielid het ooit als onderpand meegenomen naar de dames van plezier. Ik heb 600 gulden geboden en het laten reinigen. Achter 30 jaar sigarenrook kwam er een prachtig werk te voorschijn. Ik weet alleen niet wie er op staan afgebeeld."

Boven: Henri van Voorn bij zijn schilderij, gered uit het bordeel en
in ere hersteld. Prominent in de gang, het schilderij van zijn opa.

Van fax naar e-mail
Als verslaggever volgde Henri de techniek altijd op de voet. De komst van de fax maakte een einde aan het `treinbrieven' tijdperk. Niet lang erna vertelde hij toenmalig hoofdredacteur John Brandsen over het bestaan van e-mail. Henri heeft altijd midden in de sport gestaan. Hij reed voor de hobby paarden uit bij trainers als de gebroeders De Wrede, Hendrik Maring en Hennie Grift. Met de laatste heeft hij altijd een mooie vriendschap gehouden. "Wat ik met Hennie allemaal heb meegemaakt past niet in een kerstnummer. Het is als rijden in een achtbaan, zonder uit de bocht te vliegen. We hadden ook nog samen een draver genaamd Ostar. Die kochten Ronny Dijkstra, Hennie Grift en ik samen van Fred Handelaar. Het was een hele goede aankoop. Ostar won 16 mille en ik heb er ook nog mee gereden in journalistenkoersen. Hij liep dikwijls in Schaesberg waar ik vrijwel altijd was. Ik had toen toch een auto van de zaak, dus reed gratis." Een andere aankoop was Paljas Hanover, die kwam bij Luut Dooper op stal, maar hij raakte geblesseerd door een curieus incident. "Luut was tijdens het uitrijden van zijn kar gevallen en met een voet blijven haken in het tuig. Jos van Koolwijk hoorde het geschreeuw en sprong zo van de kar van Paljas om Luut te helpen. Daarna knalde Paljas rijderloos op een andere kar. Hij keerde nooit meer op zijn oude niveau terug. Ik was er doodziek van. Daarna heb ik nooit meer dravers gehad."

Boven: Henri van Voorn met zijn Ostar op Schaesberg.

Boven: Henri van Voorn maakt zich klaar voor een journalistenkoers.

Jubileum Groningen
Van Voorn maakte jarenlang deel uit van het bestuur van Drafcentrum Groningen. In de functie van penningmeester keek hij bij de kassa of iedereen wel een entreebewijs kocht. Die ijver had nog eens tot gevolg dat hij in Café Bolhuis in een stevige houdgreep belandde van ene `lange Klaas', destijds een gevreesd onderwereldfiguur. Het probleem loste zichzelf op toen Henri op een avond op de weg van Wolvega naar Groningen een bekende dure Mercedes ondersteboven op de snelweg zag liggen...
Van Voorn maakte deel uit van een jubileumcommissie voor het eeuwfeest van de baan. Hij schreef mee aan het jubileumboek en hielp mee om een tweedaagse weekendmeeting en een kortebaan in het centrum van de stad op touw te zetten. Eén van de mensen die hij het meest bewonderde was trainer Jan de Leeuw. "Niet alleen omdat hij Speedy Volita trainde, Jan wierp zich tijdens dat Gronings jubileum op als fondsenwerver en dat kon hij geweldig goed." Helaas ontdekte Henri ook dat de drafsport een in zichzelf gekeerde wereld was. "We hielden een feestelijke receptie, maar er kwam geen trainer langs om te feliciteren. De trainers hebben altijd vooral oog gehad voor hun eigen bedrijfsvoering. De meesten zijn matige PR-managers. Uitzonderingen als wijlen Jan van Dooyeweerd sr. nagelaten. Die kon een eigenaar een jaar lang vertellen dat het paard een talent was om uiteindelijk te zeggen dat het allemaal toch een beetje tegenviel. Als handelaar in illusies. Op de vroege slecht nieuwsgesprekken zit niemand te wachten." De dikwijls ongenuanceerde kritiek die hij als bestuurder kreeg, heeft Henri lang geleden doen besluiten om niet meer in een bestuur te gaan zitten.

Boven: Het Bestuur van drafbaan Groningen ten tijde van
het 100-jarig bestaan van de KHRV Groningen in 1986. V.l.n.r.
Henri van Voorn (penningmeester), Koos van OOst (Secretaris),
Koos van Bergen (lid), Johan Zwanepol (voorzitter),
Gijs van Woudenberg (lid) en Walter Lekay (vice-vz).

PR
Van Voorn heeft ook kritiek op het huidige NDR-bestuur, maar vindt dat deelnemers het zich zelf mogen aantrekken dat het met de drafsport bergafwaarts is gegaan. "Niemand heeft zich ooit afgevraagd wat de behoefte van het publiek is. Of er nog wel vraag is naar de sport op de wijze zoals wij hem de laatste jaren presenteren. Sommige trainers willen het liefst alle koersen met autostart over twee kilometer, maar staan staat er niet bij stil of het publiek dat wel ziet zitten. We hebben te maken met een sport die totaal niet met de tijd is meegegaan. Dat kan je natuurlijk de bestuurders aanwrijven, die nooit wat hebben gedaan aan PR en reclame. Het veelgehoorde excuus luidt gebrek aan geld. Ik ben echter nu mijn archief aan het bijwerken en dan zie je die omzetten uit de jaren zeventig en tachtig. Er werd voor tonnen gespeeld, maar het prijzengeld was toch laag. Ik vraag me wel eens af waar dat geld allemaal is gebleven. Wie heeft dat destijds allemaal in zijn zak gestoken?" De verslaggever constateert dat de sport naar binnen is gekeerd. "Een goed voorbeeld is de zweep. Er wordt geklaagd over de hoogte van de boetes, maar dat helpt blijkbaar niet om misbruik terug te dringen. Dan moet je wat anders bedenken. In plaats van een boete dan maar een poosje zonder zweep rijden. Misschien moet die zweep helemaal worden afgeschaft, je hebt toch ook te maken met de publieke opinie. En ook die paaltjes incidenten. Frustrerend voor iedereen. Houdt daar mee op en span voor mijn part een elastiek. Doe iets. Dit is dodelijk voor de spelers. Ik vierde in augustus mijn jubileum en sponsorde een koers. De nieuwe baanspeaker wist niet hoe ik heette. Dus was het Henri van Veen die de ereprijs uitreikte. Dat vond ik irritant. En dat er deze zomer in Heino door een telfout een koers een ronde te lang was. Daar zou een bestuur op moeten inspelen. De vraag is 'wat doen we verkeerd als we iets organiseren waar steeds minder behoefte aan is.'
Als de kortebaan van Santpoort een hogere omzet heeft dan bijvoorbeeld de Derby dan moet er toch ergens een lampje gaan branden. Wat wil de jeugd, hoe kan de sport hen bereiken? Bijvoorbeeld via sociale media. Dat zie ik ook hier in Groningen. De baan wordt nauwelijks bezocht, maar ligt wel op een ideale plaats. Midden in een stad vol met jonge mensen."

Niets boven Groningen
Van Voorn heeft de perfecte woning gevonden, waarbij op de bekende slogan `er gaat niets boven Groningen' de vraag `en Henri van Voorn dan?' kan worden gesteld. Het appartement bevindt zich eerder boven dan onder de rook van Groningen. Onlangs botste er zelfs een ballonvaarder bijna tegen de torenflats aan. Henri maakte er snel een foto van. De ramen in het luxe appartement dat hij een zijn vrouw Greetje bewonen, bieden op etage 18 een adembenemend uitzicht. Recht onder hen liggen bootjes in het Winschoterdiep, bij helder weer zie je zelfs de Waddeneilanden liggen. Aan de andere kant gluur je zo het stadion van de FC Groningen binnen. Bij thuiswedstrijden zet Henri het raam open en bekijkt hij vanaf zijn gratis Vip-locatie de wedstrijden van zijn favoriete club. Het deel van het speelveld dat hij niet kan zien, kan worden gevolgd via het grote scherm in het stadion. De Groninger heeft zijn geboortestad nooit verlaten, ook niet voor korte tijd. Traditiegetrouw brengen Greetje en Henry de kerstdagen door in Parijs, waar ze steevast Vincennes bezoeken voor een aantrekkelijke `B-koers'. Drafsport leidde altijd af en was weliswaar de oorzaak van een verlengde studieperiode, maar uiteindelijk heeft hij toch zijn accountantstudie kunnen afronden. Henri werkte jarenlang als accountant bij Ernst & Young, hopte even naar een transportbedrijf, maar is sinds 2002 werkzaam als financial controller bij het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN), een semi-overheids organisatie die zich bezighoudt met het wegzetten van subsidies. Henri bepaalt niet welke projecten voor een subsidie in aanmerking komen, maar controleert wel alle geldstromen. De suggestie om een vette bonus aan de sector te geven wordt weggewuifd. "Zo werkt het natuurlijk niet. Niet veel mensen weten dat de aanleg van Wolvega destijds mede is betaald uit een subsidiepot. De sector moet simpelweg de eigen broek ophouden en zal eerst initiatieven moeten ontplooien om de fokkerij op gang te houden. In Wolvega liggen er kansen dankzij de samenwerking met de Fransen, al heeft dat als nadeel dat er op onmogelijke tijdstippen gekoerst gaat worden. Ik stond er laatst nog met drie anderen om 11 uur 's avonds naar de laatste koers te kijken. Het is niet anders. Duindigt hoopt op een weldoener. Ik hoop dat het gaat lukken, maar een deel van de opbrengst zal echt voor PR moeten worden gebruikt. Enfin, we gaan het hopelijk allemaal meemaken."

(einde artikel Douwe Frerichs)


Henri's Alfabet

gepubliceerd in de Kerstspecial 2014 van het weekblad Draf&Rensport
auteur Henri van Voorn


Vele jaren was ik voorzitter van de personeelsvereniging van het accountantskantoor waar ik werkte. Hoogtepunt bij alle bruiloften, die ik namens de PV bezocht, vond ik het ABC dat voorgedragen werd door famille en vrlenden. Die acts hebben me geïnspireerd om na 40 jaar Draf- en Rensport mijn eigen ABC op te stellen.

A

reserveer ik voor Action Skoatter. De legendarische schimmelmerrie van Eelke Kruis, Evert Gaastra en Appie Bosscha. Het verhaal van het paard en de mensen is uniek. Ik was erbij toen zij aan de buitenzijde van Mack Lobell en Napolitano de eerste bocht van de finale van de Eliteloppet rondde.

B

is voor Bert Smits, die als speaker op onnavolgbare wijze over brruine rrruinen sprak. De B is natuurlijk ook van café Bolhuis. Het drafsportcafé van Groningen waar achtereenvolgens mijn opa, mijn oom en Edo Stukje de scepter zwaaiden. Er kwamen koersbezoekers als Scharretje (stond op de markt met vis en reed opa naar de koersbanen), Jan Stinkend Water (eigenaar van Lloyd, uit Oude Pekela), Zwarte Theo (bookmaker uit Amsterdam die af en toe een weekend Groningen deed om de zakken te vullen), Zwarte Ellie (legendarische eigenaresse van Jako `pikkie' S), De Kikker en De Boone (leden van de bekende familie Roggen) en vader Berkelo (schoonvader van Klaas Woudstra, die zondags met meermanskaarten het treinvervoer voor wel 50 man naar Hilversum regelde).

C

koppel ik aan Christine Mac. De merrie van stal Middenmeer kwam in de jaren zeventig bij Joop van Leeuwen in het stadspark in training. Eindeloos oefende Joop met Christine de bochten. Ademloos keken wij toe. Joop kreeg de merrie aan de praat en won er veel geld mee. Een vakman met boevenstreken. Ooit zei hij tegen de eigenaresse van Calumet d'Aster: "Uw paardje kan vandaag winnen. Zet er maar flink wat geld op, maar doe dat niet bij de toto, want dan brengt hij weinig. Speel hem maar bij die mijnheer met dat zwarte haar". Die mijnheer was een kameraad van Joop en Calument d'Aster eindigde achterin.

D

hoort natuurlijk bij Van Dooyeweerd. Senior leerde ik kennen dankzij Jojo Buitenzorg, die graag in Groningen liep. Een bezoek aan zijn stal was een feest. Je voelde je er welkom. Dat was afgelopen zomer niet anders toen Greetje en ik een bezoek aan zoon Jan brachten. Het was weer net als vroeger.

E

is van Engels. Aaldrik is zijn voornaam en op de HBS was hij mijn leraar Duits. Op het mondeling eindexamen verraste Aaldrik me met een tekst over Duitse drafbanen, met een zeven als resultaat. Aaldrik was meerdere keren een voortreffelijk voorzitter van de Koninklijke Harddraverij- en Renvereniging Groningen. De E is ook van Eigenaren, die ik in alle soorten en maten heb meegemaakt. Een kleine selectie? René van den Berg, alias de tennisgoeroe uit het Gooi, van Stal à la Hausse. Jan Antiek en Piet Postduif hadden plotseling veel dravers. Ger `Vibelzee' Visser kocht jaarlijks dravers in pakketjes van tien per land, maar zijn imperium bezweek onder de crisis. Rieka Caransa zei na de tweede plaats van Manza Buitenzorg achter Olaf Pride met Manus Bouwhuis in de Gouden Zweep: "zo'n zweepje kan ik zelf ook wel kopen hoor". De familie Meyn trof ik tijdens het afscheid van Speedy Volita ontredderd in een box aan na de verloren serie van de Grote Kerstprijs. Meyn weigerde ieder commentaar. Toen Speedy met Stef van Dooyeweerd alsnog de finale won, zag ik een heel andere Piet Meyn.

F

staat voor grote fokkers zoals de Fortuna Hoeve, Star Farm, Buitenzorg, Boko Stables, Flevofarm maar vooral ook voor al die kleine fokkers, die een steun voor de sport waren. De F is ook van Fred Handelaar. Van hem kochten we ooit Ostar. Fred heeft ons het succes gegund. Zelf grossiert hij in titels bij de amateurrijders. Koersinzicht en beheerst rijden zijn het handelsmerk van deze Handelaar.

G

staat voor Grift en Grol. Met Hennie Grift in de stad Groningen was het leven nooit saai. Ik hoor hem nog zeggen: "Trek van leer, maak leven" en "Mot je luisteren jochie". Na een reis naar China in 1978, reed ik met een groen MAO petje met rode ster paarden van Grift uit. Hennie ging dan helemaal uit zijn dak. Henk Grol was amateurrijder bij Maring. Een prima kerel, maar vaak ongelukkig. Als hij Hanneke V van mijn oom moest rijden keek ik altijd bij de stal. Grol hees zich wat onhandig op de kar en als hij zat, riep hij naar Maring "Hendrik du mie de lien'n moar". Bijna plechtig overhandigde Maring de leidsels. Grol heeft nu een kleinzoon, die op topniveau aan judo doet. Ook een beste vent, maar ... ongelukkig. Zoals Grol ooit een keer met Hanneke V won, zal judoka Henk Grol eens Olympische goud of een WK winnen.

H

staat voor Henri Buitenzorg. De manier waarop Henri met de juist uit het ziekenhuis ontslagen Jan Wagenaar de Derby won was onnavolgbaar. Een topper die in zijn tijd bijna alles won. Zo ook het EK voor vijfjarigen. De H staat ook voor Hamming. Roelof won ooit met Willemarie GS de Gouden Zweep en vernoemde zijn café in Groningen naar die trofee. Dochter Miep en zoon Wim hadden succes op de sulky. Neef Henk is al vele jaren trainer en doet dat op een manier die respect afdwingt.

I

is van Cees Imming. Ik leerde hem goed kennen tijdens de EK voor amatrices in het Italiaanse Cesena. Unieke man, die op zijn manier door het drafsportleven ging. Trainen, rijden en handelen maakten hem succesvol. Cees is nog altijd actief. Op de kortebaan strijdt hij nog of zijn leven ervan afhangt.

J

is van Jerome Winsser. Zijn voornaam is net zo bijzonder als zijn levensloop. Winsser alias "de King" had in Udo Quick zijn beste paard. Uit de vele anekdotes kies ik deze keer het tennisverhaal. De King vertelde me dat hij naar Hamburg moest voor zijn jaarlijkse potje tennis met een vriend. "Mijnheer Van Voorn, ik heb met die vriend ooit gevochten in de Korea oorlog en toen heb ik zijn arm zodanig verwond, dat die geamputeerd moest worden. Daarna werden we vrienden. Ik tennis tegen hem altijd met een arm op de rug, dan hebben we gelijke kansen". Minstens zo kleurrijk als de King is Jos Verbeeck. De duivelse Belg won vier keer de Prix d'Amérique. De Belgische tv maakte een schitterende documentaire over hem. Ik blijf kijken naar Jos, Sea Cove en die vreselijke Herr Grendel. Als u tijd over hebt met Kerst, dan is dit (www.youtube.com/watch?v=NQmfBf-ieLg) een aanrader.

K

is voor Klaas Woudstra. De held uit mijn jeugd. Zijn successtory, begon in Groningen en zette zich voort in Willemsoord. Klaas was een winnaar, die aan de start geen meter liet liggen. Met Paranoh won hij de Derby. Van de vele toppers die hij had noem ik Happy First en Freddy Scotch. De K staat ook voor de revaliderende Tom Kooyman. Voor journalisten heeft Tom altijd een verhaal. Zoals voor de microfoon van Radio Noord toen hij vertelde over de Sweepstakes winst met Elegance Fanatic. Ik hoop dat voor hem in 2015 de zon uitbundig gaat schijnen.

L

gaat naar Jan de Leeuw en Hugo W. Langeweg. Jan de Leeuw was een selfmade trainer, die succes had met paarden als El Hadie en Korjak. Toen Piet Meyn klant bij hem werd haalde Jan de onnavolgbare Speedy Volita naar ons land. Jan was ook een echte organisator. Hugo Langeweg senior was na het tijdperk Wagenaar en Smeding de volgende die heel lang aan de top stond. Een vakman, die ook dit jaar weer bewees dat hij als rijder enorme kwaliteiten heeft. Een man, die altijd eerlijk antwoord geeft op mijn vragen. Hij is niet altijd even gemakkelijk, maar dat kenmerkt vele groten in de sport. Juist daardoor halen zij de top wel en vele andere talenten niet.

M

is van de Martini IJsfabriek van de familie Bethlehem. Zij stonden vroeger met hun kar op de koers in Groningen. Als opa of oma een koppeltje of trio goed hadden, dan mochten we ijs halen. Ik kom Piet Bethlehem nog steeds op de koers of op de fiets tegen. Hij groet uitbundig.

N

staat in mijn geheugen voor "Naadje". Bij mijn eerste bezoek aan Schaesberg, stelde Hennie Grift me voor aan de eigenaar De Overste Hof. "Kijk Naadje, dit is een goede vriend van me". Ik bestierf het zowat en ontdekte dat de man voluit Leonard Winthagen heette. Ik overnachtte vaak in De Overste Hof en omdat ik iets later aan het bier begon dan de rest, eindigden Leonard en ik vaak als laatste aan de bar. Hij vroeg steeds vaker naar bepaalde mensen en al snel kwam ik erachter, dat hij dan de lijst met onbetaalde rekeningen doornam. Dat waren vooral mensen die Schaesberg later vervloekten.

O

is van Opa Gerrit van Voorn. Hij maakte ons enthousiast voor de drafsport en nam ons mee naar de koers, de kermis en het circus. Maandags voor schooltijd ging ik `s winters langs café Bolhuis en kreeg dan het programma van Hilversum met de uitslagen. Opa vertelde tijdens de koffie dat hij mensen als Dove Jantje van Leeuwen, Jan van Dooyeweerd en Freek Eerenberg had gesproken. Machtig interessant leek me dat en misschien lag daar de basis dat ik journalist ben geworden. Opa was ook levensgenieter en een soort artiest. Zijn leven had ook een donkere zijde. Ver weg van zijn publiek en zijn café is hij in een instelling in Assen anoniem heengegaan.

P

is van de gebroeders Pools. Drie mannen, die nog altijd actief zijn. Harry vertrok naar Duitsland en maakte naam met Allegro. Aad groeide uit tot de koning van de kortebaan, maar Jewelprise en Greatest Action waren langebaantoppers. Ruud blijft onverstoorbaar doorwerken op lange- en kortebaan. Hij werd driemaal kampioen bij de beroepspikeurs. Karel Duke en Sam Hollyrood zijn twee namen die me te binnen schieten.

Q

is voor de legendarische Quicksilver S. Nam op zeventienjarige leeftijd afscheid van de baan. Vader en zoon Wagenaar kregen hem op oudere leeftijd op stal maar maakten er een crack van. Hij won maar liefst 142 koersen. De hengst was eigendom van Johan Smit, een groot fokker/eigenaar uit Groningen. Het is met zijn prachtige woonhuis naast het Hereweg viaduct net zo gegaan als met de sport. De glans is er af.

R

staat voor rijkdom. Veertig jaar werken voor het vakblad heeft me geestelijk rijk gemaakt. De mooiste (betaalde) hobby die ik kan bedenken. De R is ook van Russel November. Topper van Hugo Langeweg die vooral in bet buitenland succes had.

S

is van Tjitse Smeding. Hij werd van arrenmoede trainer/pikeur nadat hij een paar keer achter elkaar voor een studie geneeskunde was uitgeloot. Jarenlang stond hij eenzaam aan de top. Een hele bijzondere man, die het trainen van dravers een nieuwe dimensie gaf. Het was een genot om met hem over de sport te praten.

T

reserveer ik voor de mooiste paardennamen die ik ken, Turdus Musica S. Ik heb Tinus Lugies en Roelof Hamming er mee zien rijden. De T staat ook voor tips. Onmisbaar in onze sport, maar ook om grappen mee uit te halen. Ooit stopten er toeristen bij café Vosbergen van Ali Strating in Glimmen. Ze raakten in gesprek met barman "schele Derk". Paardenfoto's aan de wand maakten hen nieuwsgierig. Het leek ze leuk om een keer naar de koers te gaan en Derk mocht een tip geven. Hij boog zich voorover en fluisterde in het oor "alles op Bosneukertje S, die kan niet verliezen". Die mensen zondags maar vragen in welke koers hun `geheime tip' startte.

U

is voor Unie Loe, de succesdraver van de familie Loorbach uit Hoogezand. Unie Loe stamde af van Felix en Philadelphia. "Wat moet je met zo'n geit" sprak iemand uit onze vriendenkring toen Ria Loorbach over haar aankoop vertelde. De familie sprak altijd in de "ons" vorm. Het was een prachttijd met ons pa, ons moe, ons Rie, ons Albert en ons Loe. Jan Bakker beleerde Unie Loe en Tjitse Smeding won er 87.000 Euro mee. Ria nam me een keer mee naar Smeding. Ze zag ons Loe al van afstand staan. Ze stond bovenop de mestbult. Ik dacht dat ik gek werd, maar Tjitse meldde koeltjes "oh, ze is tussen het land en de box de weg kwijt geraakt".

V

koppel ik aan Martin Vergay en aan Vriend van Jan Vlaar. Martin was lang de rechterhand van Willem Geersen en een grootheid in binnen- en buitenland. De oude maestro komt nog af en toe naar de baan en vertelt graag over de gouden dagen. Met Ironie won hij als zelfstandig trainer de Derby. Vriend was eigenlijk de laatste grote crack uit de buurt van Groningen. Jan Vlaar trainde hem in Noordlaren. Vriend was net zo sympathiek als zijn naam en won in handen van Hubert Schoonhoven de Grote Prijs der Lage Landen en vele andere topkoersen.

W

staat voor Wagenaar. Ik heb het meeste te maken gehad met jonge Jan, die onder de toevoeging 'junior' vele jaren kampioen bij de trainers en pikeurs was. Een vakman, die niet wilde verliezen. Hij geniet nu in alle rust op zijn eldorado in Otterlo. Wie Jan Wagenaar zegt, zegt Quicksilver S en Henri Buitenzorg, maar hij reed tientallen andere cracks. De W staat ook voor de gebroeders De Wrede. Arend en Aonne gingen eind jaren zeventig samenwerken en dat leidde tot grote successen. Udo Quick en Uranis ter Lune zorgden voor klassieke winst. Arend wint nog steeds koersen en regelmatig blikken we terug op een bijzondere tijd.

X

is in onze sport een letter van niks, maar dat was in het verleden wel anders. Xeres van stal BB was een topper. Hij werd meestal gereden door Jaap Verhoeve, die in de jaren 70 de noordelijke banen onveilig maakte met zijn dochters Jopie en Paulien.

Y

staat voor Ylbode B, die in 1966 met Klaas Woudstra de Grote Prijs van Nederland won na optelling van de tijden. Carlos Pluto won met Abe Siderius de 1e heat, Zombro Pluto met Bonne de Jong de 2e en Ylbode B de 3e. De letter Y kende een alfabet later weer cracks. Yzeren Hein boekte op oudere leeftijd grote successen met Roelof Kromkamp. Zo wonnen zij verrassend het Elite Rennen in Gelsenkirchen. Die andere grote crack was Yellowa, die op oudere leeftijd door Ton Blok werd aangekocht. Van Amerika tot aan Rusland was er succes.

Z

gaat naar Zantana. Zij won met Jos Koolwijk de Sweepstakes. De voorspelling van mijn oom dat zijn merrie Hanneke V een topper zou brengen kwam uit.




Verwante artikelen:
- Voor de pagina over Café Bolhuis-uitbater Edo Stukje en zijn paard Edo Stukje:
Click hier

- Henri van Voorn beschreef in 2020 zijn herinneringen aan enkele andere
bijzondere collega-journalisten: Click hier

- Voor de pagina over drafbaan Groningen: Click hier



  terug naar boven

© Copyright Archief NDR


Submenu
Geschiedenis:

< Mensen

Ned.drafsport

Ned. rensport

Klassiekers

Kampioensch.

Dravers

Records

Langebanen

Kortebanen

Kortebaners

Rennen

Volbloeds

Diverse